Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

verkoopmedewerker

betekenis & definitie

verkoper.

werknemer die is aangesteld om waren te verkopen, vaak in een ondergeschikte positie tegenover een hoofdverkoper; verkoper.

Voorbeelden:
Verkoopmedewerkers op niveau 2 kunnen met de opleidingen bij VD doorgroeien naar de niveau's 3 en 4; als je bent gecertificeerd kun je hoofdverkoper worden.
http://www.vroomendreesmann.nl/

In vergelijking met de verkoopmedewerker werkt de eerste verkoper zelfstandiger en hij/zij heeft meer verantwoordelijkheid. Een verkoopchef heeft naast de verkoop een organiserende en begeleidende taak wat de consumenten-, goederen- en geldstroom betreft.
http://www.friesepoort.nl/

U bent natuurlijk van harte welkom in onze showrooms, waar onze verkoopmedewerkers u graag helpen met het uitzoeken van een passend cadeau.
http://www.bijenkorf.nl/

Het gros van de medewerkers in een supermarkt (vakkenvullers, caissières, verkoopmedewerkers) zit in loonschaal 2 van de CAO voor de grootwinkelbedrijven in levensmiddelen.
NRC, 1993

< >