Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

tiener

betekenis & definitie

iemand tussen de 10 en 20.

iemand die tussen de tien en twintig jaar oud is; jongere die tussen de tien en twintig jaar oud is; iemand in de leeftijd van tien tot en met negentien jaar.
Meestal ter aanduiding van jongeren vanaf twaalf à dertien jaar oud.

Voorbeelden:
Mijn tieners hebben geen enkel perspektief. Ze leven alleen maar in het nu. Telly denkt slechts aan seks. Drugs liggen voor het grijpen en daarom wordt er weed gerookt.
De Standaard, 1996

Veel passagiers waren tieners die aan het einde van een schoolperiode naar huis terugkeerden.
De Standaard, 1996

Het is heel gewoon dat tieners zich voor hun ouders generen en onafhankelijk willen zijn.
http://www.czmedicinfo.nl/%7B1184a07e-cd33-442b-a89c-f674e1c538f6%7D_listbox/d_2486.xml/

Van de tieners (11 tot 18 jaar) had 21 procent een gestoorde glucosestofwisseling, en bij 4 procent werd zelfs type 2 diabetes vastgesteld.
Reformatorisch Dagblad, 2002