Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

terugwedstrijd

betekenis & definitie

thuiswedstrijd.

tweede wedstrijd in een reeks van twee sportwedstrijden die op het eigen veld of in de eigen sporthal wordt gespeeld; thuiswedstrijd.

Voorbeelden:
De kwartfinales worden in één match (zonder terugwedstrijden) afgewerkt op woensdag 21 februari.
De Standaard, 1996

Vier ereklassers bij de mannen en eenzelfde aantal vrouwenteams uit de hoogste reeks proberen vanavond en morgen in een heen- en terugwedstrijd een plaats voor de nationale bekerfinale af te dwingen.
De Standaard, 1997

De heenwedstrijden worden gespeeld op 10 en 11 november; enkele dagen later, op 13 en 14 november, staan de terugwedstrijden al op het programma.
http://www.belgiumsoccer.com/New/archief.php?arc_id=1047, 11 oktober 2001

Italië had de heenwedstrijd met 4-0 gewonnen maar hoefde de terugwedstrijd niet af te werken.
De Standaard, 1995

Oostende plaatste zich zaterdag [...] voor het derde jaar op rij voor de finale van de beker van België. Daarin neemt de kustploeg, die Antwerpen zaterdag met de overwinning (74-81) in de terugwedstrijd een troostprijs gunde, het op 31 maart (paasmaandag) om 16.15 u. op tegen Charleroi, de bekerwinnaar van '96.
De Standaard, 1997

In de terugwedstrijd speelde Kieldrecht in de eerste twee sets met de basiszes en toonde zich voortdurend een klasse sterker, de einduitslag was dan ook 1-3.
De Standaard, 1996

De terugwedstrijden van Club Brugge en Anderlecht komen vanavond rechtstreeks op de beeldbuis, maar overlappen mekaar gedeeltelijk.
De Standaard, 1996

< >