boek met beeldverhalen.
boek waarin afbeeldingen, meestal met tekst erbij, een of meerdere verhalen vormen; boek met beeldverhalen.
Voorbeelden:
Calvin en Hobbes verscheen sinds 1986 en werd internationaal verdeeld naar 2.400 kranten. Van de stripboeken werden meer dan 23 miljoen eksemplaren verkocht.
De Standaard, 1996
Zelf had hij altijd een aanloop nodig om geboeid te raken, zelfs bij een stripboek.
Rudolf Geel, Verleidingen, 1985
Rubingh, een in Rotterdam geboren inwoner van Berlijn, zag in een stripboek hoe de figuren eerst een potje boksten en vervolgens schaakten.
Algemeen Dagblad, 2003
De kapper zelf was een jaar of negentig, of jonger. Maar niet jonger dan 65. Hij was aardig tegen de kinderen. Die waren waarschijnlijk zijn belangrijkste clientèle. Zoals gezegd stonden kappersstoelen aan weerszijden van de kachel, maar in mijn tijd heb ik de tweede stoel nooit bemand gezien door iemand met een schaar. Dus er was altijd slechts een kapper. En er zaten doorgaans een twintigtal kinderen in de wachtkamer. Op de grond. Met een stripboek.
Peter van Zeeland, Scouting; Kriep; Roodmerk; Mexico; Jozef; Het oog, 2002