Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

sneltrein

betekenis & definitie

snelle passagierstrein.

trein die niet, zoals de boemeltrein, bij ieder tussenstation stopt, maar slechts een beperkt aantal stations aandoet om de passagiers zo snel mogelijk te vervoeren tussen de grote steden van een land; intercity; ook: trein die nog minder stations aandoet dan een intercity om de passagiers zo snel mogelijk te vervoeren op langere trajecten tussen de grote steden van een land.

Voorbeelden:
De minister pleit er nu voor om via die lijn ook binnenlandse sneltreinen naar Doornik, Moeskroen en Kortrijk te laten rijden.
http://users.pandora.be/deneef/N/informatie/pers.html

Op de sneltrein naar Parijs vraagt een klein zwart jongetje met veel te veel tanden me wel twintig keer hoe laat het is.
Josse De Pauw, Werk, 2000

Als een tornado aankomt, met name wanneer het een F4 of F5 is, klinkt dat zoals een aanstormende sneltrein op een station.
http://www.meteonet.nl/index.html, 2000

De NS weet niet welke lijnen ze hiervan in handen houdt en hoeveel arbeidsplaatsen overblijven. "We willen daarom flexibel zijn op het gebied van de inzet van onze mensen. Maar op de intercity's, sneltreinen en een groot deel van de stoptreinen zullen tenminste tot 2010 conducteurs blijven werken."
Brabants Dagblad, 2002

"Ik kom donderdagavond, met de trein die circa zes uur vertrekt, en omstreeks negen in Groningen aankomt. Ik verdom het om vrij te vragen voor de sneltrein van kwart voor vijf."
J.J. Voskuil, Requiem voor een vriend, 2002

De Pendolino is een populaire sneltrein die de afstand tussen de twee belangrijkste Italiaanse steden aflegt in iets meer dan vier uur.
De Standaard, 1997

In een volgepakte Indiase sneltrein is maandag een krachtige bom ontploft. Aanvankelijk was sprake van meer dan 300 slachtoffers, maar later bracht de plaatselijke politie dit getal terug tot enkele tientallen.
De Standaard, 1996

Overstappen op een stoptrein gaat vaker mis dan overstappen op een sneltrein of intercity.
de Volkskrant, 2001

Het enige verschil met de aanslag op het station van Bologna in 1980 of de sneltrein in een tunnel bij Florence vier jaar later is dat "de occulte machten nu niet meer zo verborgen en geheim zijn als toen".
NRC, 1993

's Avonds tegen elven kwam ik eens een topambtenaar van Financiën tegen in de sneltrein van Utrecht terug naar Den Haag: "de chauffeur heeft vrij want naar vergaderingen van NS reis ik altijd per trein".
http://www.nijenrode.nl/nl/

Op 23 mei 1977 maakten Zuid-Molukse vrijheidsstrijders zich meester van de sneltrein Amsterdam-Groningen (54 passagiers) en van een school in Bovensmilde (105 kinderen en 6 leraars).
De Standaard, 1996

Lopez vertelt dat hij op de trein uit Liverpool wacht en geeft de bewaker, die hem vertelt dat de trein over zes minuten zal binnenkomen maar dat er eerst nog een sneltrein zal passeren, een fooi van sixpence.
Maarten ’t Hart, Ongewenste zeereis, 1979

Wat een verdriet! Dit is alleen maar te vergelijken met het ongeluk van de dichter Piet Paaltjens die, aan het raam van een sneltrein gezeten, een onvergetelijk mooi meisje zag achter het raam van een andere trein, die de tegenovergestelde richting uit raasde.
W.F. Hermans, Boze brieven van Bijkaart, 1977