gebouw voor theatervoorstellingen.
gebouw dat gebruikt wordt voor theatervoorstellingen en concerten en dat daartoe ook over de nodige accommodatie beschikt; soms ook: ruimte voor theatervoorstellingen en concerten in een gebouw dat daarnaast ook andere doeleinden dient.
Voorbeelden:
Zaterdag de eenendertigste oktober had ik een nieuw blad omgeslagen van mijn rijk geïllustreerde muurkalender. De foto die het numerieke overzicht van de novembermaand versierde, stelde rijen lege stoeltjes voor, amfitheatergewijs gerangschikt in een bioscoop of schouwburg.
W.F. Hermans, Klaas kwam niet, 1983
Een mooie klassieke schouwburg met rode loper, balkons en bladgoud.
http://www.use-it.be/ned/theater.htm
De schouwburg zoals die nu wordt gebouwd naar een ontwerp van Herman Hertzberger, krijgt een grote zaal met 1200 stoelen, een multifunctionele middenzaal met een capaciteit van 500 tot 800 zitplaatsen, een zogenoemd margetheater van 200 plaatsen, twee filmzalen en een theatercafé.
NRC, 1993