Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

rijwielpad

betekenis & definitie

fietspad.

weg of rijstrook die bestemd is voor fietsers en meestal ook voor snorfietsers, en doorgaans van de rijbanen voor het overige verkeer is afgescheiden; fietspad.

Voorbeelden:
"Waar gaan we naar toe, jongeman? Je rijdt hier op een rijwielpad. Dat is verboden, dus ik moet je bekeuren", werd mij op barse toon meegedeeld. Mijn slappe verweer dat ik me op een motorrijwiel voortbewoog maakte weinig indruk op de diender. "Noem het hier een fietspad, dan weten de mensen tenminste waar ze aan toe zijn", riep ik nijdig.
www.fietspadenstichting.nl/RuudGortzakGeschiedenisG+E.rtf

Dat de weg meer en meer gebruikt wordt door fietsende toeristen en uiteraard scholieren betekende een verhoogd risico, was een steekhoudend argument dat een goed gehoor kreeg [...]. Het rijwielpad is inmiddels feestelijk geopend. Op dit moment bestaan er plannen om het fietspad verder te verfraaien met een bomenlaan, waardoor het straks heerlijk lommerrijk fietsen is.
http://www.rovl.nl/over-rovl/nieuws-verkeersveiligheid/burgerinitiatief-leidt-tot-veilig-fietspad, 2012

Als alles volgens plan verloopt, zal medio volgend jaar een groot deel van de fietspaden zijn opgeleverd. De rijwielpaden komen overigens niet overal pal naast de N470-471 te liggen. Een aantal daarvan voert straks door een meer recreatieve omgeving. Voor de veiligheid van alle verkeersdeelnemers kruisen de fietspaden de autoweg nergens gelijkvloers.
http://www.ad.nl/ad/nl/1040/Den-Haag/article/detail/2211082/2007/05/03/Fietspaden-langs-nieuwe-wegen.dhtml, 2007

< >