financieel beheerder.
iemand die voor zijn beroep het zakelijke en in het bijzonder het financiële beheer voert over niet aan hem toebehorende vermogensbestanddelen (meestal onroerende goederen in particulier bezit); financieel beheerder; administrateur; ook: de functie of titel van rentmeester.
Vaak in historiserend verband.
Voorbeelden:
Dit domein is niet toegankelijk voor het publiek, doch dankzij onze goede relatie met de rentmeester krijgen wij de toelating om te paard te genieten van de mooie verscheidenheid van de natuur.
http://www.ruitertoerisme.org/VVR/newvvrframeset.htm
Een veel toegepaste methode om de wet tegen woeker te ontduiken, was het in een schuldbekentenis vastleggen van een hogere som dan in werkelijkheid geleend was. De rentmeester brengt nu uit eigenbelang zijn oorspronkelijke prijs terug tot de werkelijke prijs.
http://users.chello.be/sf15013/28.htm, 1999
Contracten afsluiten met pachters, zorg voor de bossen, toezicht bij restauratie van zo'n twintig monumenten: het zijn slechts drie onderdelen van een breed takenpakket. Een rentmeester 'oude stijl' werkte minder gespecialiseerd dan tegenwoordig. De scheidend rentmeester had eveneens bestuurlijke functies in gelieerde stichtingen na afstoten van Maatschappij-taken op de terreinen bejaardenzorg, tuinbouwschool en inrichting Hoeve Boschoord.
Meppeler Courant, 1993
De commandeurs vervulden op dat ogenblik, zoals de andere ridders, talrijke functies in het leger of in de administratie van de Duitse keurvorsten of van de Habsburgse keizer. Het lokale beheer van de commanderij was volledig in handen van een rentmeester.
http://www.alden-biesen.be/history/geschiedenis.html
De eerste acht jaar bleef hij in dienst bij de Heidemij; daarna droeg deze het rentmeesterschap over aan de Maatschappij. De rentmeester begon met het beheer van weinig gronden en objecten. Van hogerhand kwam de opdracht het werkterrein uit te bouwen.
Meppeler Courant, 1993
WBE-voorzitter Westerholt probeerde de rentmeester staande de bijeenkomst over te halen de jachtrechten voortaan collectief aan zijn WBE te verhuren.
Meppeler Courant, 1993
Op het platteland konden de joden alleen aan de slag komen door in dienst van de absenteïstische adel te treden, die de joodse pachters en rentmeesters gebruikte om de plattelandsbevolking uit te zuigen.
NRC, 1995
