Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

pitbullterriër

betekenis & definitie

pitbull.

kortharige bulterriër met een compact lichaam, brede schouders, een brede, vierkante kop met brede kaken en een spits toelopende staart die zeer agressief kan zijn en erom bekend staat niet snel los te laten indien hij bijt; pitbull.

Voorbeelden:
Britse dierenliefhebbers slaakten gisteren een zucht van opluchting toen de ter dood veroordeelde pitbullterriër Dempsey op de valreep gratie kreeg van het Hoog Gerechtshof. Het huisdier was het middelpunt van een drie jaar durend gevecht van hondenliefhebbers tegen een wetgevende bepaling die kinderen tegen agressieve honden moest beschermen.
De Standaard, 1995

Op het Spaanse eiland Tenerife heeft een pitbullterriër een driejarig jongetje in de hals doodgebeten, zo heeft de Canarische pers dinsdag gemeld.
http://www.knack.be/belga-algemeen/pitbullterrier-bijt-op-tenerife-driejarig-kind-dood/article-1194750771728.htm#, 8 juni 2010

De meeste eigenaren van pitbullterriërs weigeren hun hond verplicht te laten registreren. Van de naar schatting vijfduizend pitbulls is nu ongeveer een derde geregistreerd.
NRC, 1993

De Algemene Inspectiedienst (AID) heeft in de Schilderswijk in Den Haag twaalf pitbullterriërs in beslag genomen. De pitbulls, een reu en elf pups van tien weken oud, zijn ondergebracht in een asiel in afwachting van een bevel van de officier van justitie tot vernietiging. Tegen de eigenaar van de dieren is proces-verbaal opgemaakt. Volgens een woordvoerder van de dienst waren de dieren bestemd om illegaal te worden verkocht.
NRC, 1993

Een zomer ben ik ook nog hulppostbode geweest in de Schilderswijk. Dat was dankbaar werk. Pitbullterriërs had je nog niet en ik ben nooit gegrepen door hitsige enge huisvrouwen. Je werd vriendelijk ontvangen.
Paul van Vliet, Kan ik even langskomen?, 2001

< >