Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

panty

betekenis & definitie

onderkledingstuk uit kousen en een broekje.

onderkledingstuk uit één stuk dat bestaat uit nylonkousen met daaraan vast een broekje en dat meestal door vrouwen wordt gedragen.
De meervoudsvorm panty's wordt soms foutief gebruikt voor één panty, vergelijkbaar met Engels trousers voor één broek. Nota bene: in het Engels betekent (a pair of) panties 'damesslipje'.

Voorbeelden:
Onder de pakken dient verder geen kleding gedragen te worden, hooguit een panty om het uittrekken in natte toestand te vergemakkelijken.
http://www.wadloop-dijkstra.nl/

Vanuit een ooghoek zie ik Floris verlegen glimlachen. 'Ja.' Een paar slungels vallen de broer van Frouke bij. 'Dat was super.' 'Ja, komaan, doe dat nog eens.' Ik hoest. 'Misschien is het daar het moment niet voor,' zeg ik aarzelend. Mijn stem piept. 'Zagevent,' zegt Helen. 'Bakkes toe, Jeroen.' 'Wat heb jij daar trouwens om je kop, vriend?' 'Een panty van zijn mama.' 'Heavy.' Kotsgebaar. 'Echt iets voor... artiesten.'
Jeroen Olyslaegers, Open gelijk een mond, 1999

De panty heeft ondertussen de enkele kous vervangen maar hoe kan een vrouw nog zo'n ding sexy aantrekken?
Axel Bouts, Mise-en-scène, 2000