soort strohoed.
vaak witte, buigzame hoed met een brede rand en een donker lint die gevlochten is uit panamastro of vergelijkbaar materiaal.
Voorbeelden:
Als meneer Groenink langs komt sloffen valt het me op dat het lint van zijn panamahoed verbleekt is.
Jan Wolkers, De kus, 1980
Hij draagt een panamahoed in plaats van de geijkte tropenhelm, en tweekleurige Amerikaanse schoenen.
Hella S. Haasse, Sleuteloog, 2002