maken dat je wegkomt; opdonderen; oprotten.
Voorbeelden:
Kan die sneeuw oppleuren? Mijn schoenen gaan nu echt [...] uitslaan. En ik moet nog met de auto weg.
http://twitter.com/renroz/status/8408081300, 2010
Dus omdat je voor kinderen hebt gekozen moet je ze maar verwennen, niet klaarmaken voor het betalen van vaste lasten, niet voorbereiden op het feit dat wat ze uit de kast vreten ze ook moeten betalen, verantwoordelijkheden etcetc? Tot ze op hun 35ste heel misschien eens oppleuren en niet eens voor hun ouders gaan zorgen zodra die de hoge leeftijd bereiken?
http://forum.scholieren.com/archive/index.php/t-1682656.html, 2008
Deze man nu, piekerde er niet over om zijn vingers te branden. Hij stapte naar de minister van defensie en zei: "Dit is jouw pakkie an." Die zegt aan de Franse minister: "Als jullie niet onmiddellijk oppleuren, zullen we jullie aanvallen, te land, ter zee en in de lucht."
http://www.schrijversgroep77.org/?p=640, 2009
Trouwens, het sportcommentaar op Eurosport is helemaal bedroevend, dus da's ook geen optie. Kunnen alle commentatoren niet gewoon oppleuren! Ik wil gewoon sport zien.
http://forum.fok.nl/topic/817921, 2006
We belden aan Bij alle deuren Ze vertelden aan Ons meldden aan Ons non-stop Dat we op moesten pleuren.
John Schleipen, Fin de siècle, 2000