Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

ochtendlicht

betekenis & definitie

licht zoals dat tijdens de ochtend schijnt, met een bleke, aanvankelijk grijze of grauwe tint bij de eerste ochtendschemering en bij zonsopgang of later pastelkleurig roze of geel.

Voorbeelden:
Hij kijkt naar een schildhagedis die roerloos op een steen zit, zijn kop naar het bleke ochtendlicht gekeerd dat door het raam naar binnen valt.
Karel Glastra van Loon, De passievrucht, 2000

Op de heide hing er naast mist ook wat smog, waardoor het mooie gele ochtendlicht uitbleef. Dan ben ik maar wat abstractere dingen gaan fotograferen.
http://www.natuurfotoalbum.eu/map/showphoto.php?photo=53810&title=pijpestrootje&cat=584, 2008

Buiten begint in het eerste grauwe ochtendlicht een merel te zingen.
Renate Dorrestein, Zonder genade, 2001

De lucht is blauw, het water van het Canal Grande glinstert in het rozige ochtendlicht, terwijl in de verte een gondelier voorbijvaart onder de Rialtobrug.
www.thomascook.be › Citytrips

In het grijze ochtendlicht knikten de planten in de regen als wandelaars die verdwaald waren.
Rosario Ferré, De jongste pop, 2001

De stilte, het vale ochtendlicht, de warme lucht van de verwarming die ons omsloot.
Porter Shreve, De necrologieschrijver: een obsessieve zoektocht, 2001

Een "rustiek" landelijk plaatje. Het vroege ochtendlicht met de nog aanwezige nevel geven het sfeer.
http://www.fotovideocursussen.nl/fvms/maandfotooktober11/slides/AA01.html, 2011

< >