soort stern.
stern die vooral wordt aangetroffen in de arctische en antarctische gebieden en die broedt op het noordelijk en overwintert op het zuidelijk halfrond.
Voorbeelden:
De noordse stern broedt vooral in arctische streken en overwintert in het zuidpoolgebied, vijftien- tot twintigduizend kilometer vliegen van de broedplaats. En in het voorjaar leggen ze die afstand nog een keer af. Per jaar vliegt een noordse stern (alleen al op trek) de wereld rond. Daarmee zijn ze als de kampioenen onder de trekvogels.
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/noordse-stern
De Noordse stern is iets kleiner dan de Visdief met kortere poten en kortere, bloedrode snavel zonder zwarte punt. De onderdelen zijn grijzer dan bij Visdief en er is enkel op de wang, net onder de kopkap, een witte streep. De langere staartpennen steken in zit meestal iets voorbij de handpennen. In de vlucht valt de veel lichtere, in tegenlicht haast transparante ondervleugel goed op. Deze heeft slechts een fijn zwart randje op de handpennen.
https://www.ecopedia.be/dieren/noordse-stern
Er broeden zo’n 35 vogelsoorten, waaronder eidereenden, aalscholvers, visdiefjes, noordse sternen en dwergsternen, bergeenden, bontbekplevieren, etc.
http://www.wadlopen-suw.nl/Main/Main.htm