nachtjapon.
japon die meestal 's nachts wordt gedragen tijdens het slapen en die vooral door vrouwen gedragen wordt; nachtjapon.
Voorbeelden:
In haar nachtpon kwam ze de trap af en ineens zie ik haar staan in de open keukendeur.
Yvonne Keuls, Het verrotte leven van Floortje Bloem, 1982
Plots beet hij zo hard in haar tepels dat de tranen haar in de ogen schoten. Halverwege het zuigen hield hij op, wendde voor dat hij in slaap was gevallen en braakte opeens haar melk over haar nachtpon uit.
Tom Lanoye, Het goddelijke monster, 1997
Op de rand van zijn bed keek hij toe hoe Maria Pia – zijn aanbiddelijke Maria Pia – een nachtpon uit de linnenkast haalde.
Chaja Polak, Over de grens, 2001