Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

landverhuizer

betekenis & definitie

iemand die verhuist.

iemand die zijn land verlaat en zich in het buitenland vestigt; iemand die verhuist naar een ander land; emigrant.

Voorbeelden:
Amerika is een vrij land en knoppen mag je uitdraaien. De laatste tijd komt er echter steeds meer religie en dan word je, als eenvoudige landverhuizer die het hier fijn vindt, die blij is dat hij in de U.S.A. mag wonen, toch nieuwsgierig. Wat, denk je dan, hebben die aardige gastheren die me hier zo maar laten wonen, toch met die religie?
Janwillem van de Wetering, De doosjesvuller en andere vondsten, 1984

Landvolk en werklui trokken massaal naar de steden op zoek naar een beter leven. Net zoals de hedendaagse landverhuizers die nu van buiten Europa komen; door erbarmelijke omstandigheden thuis op drift geraakt vormen zij hier de tamelijk rechteloze klasse der illegalen.
NRC, 1993