Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

landdier

betekenis & definitie

dier dat op het land leeft.

dier dat op het land leeft.

Voorbeelden:
De meeste zoogdieren zijn immers echte landdieren. Toch zijn er ook enkele zoogdieren die zich hebben aangepast aan een ander leefmilieu. Ook hun poten hebben zich in de loop der tijden aangepast. Bij de walvissen, die nooit op het land komen, zijn de voorpoten vergroeid tot borstvinnen, terwijl de achterpoten verdwenen zijn.
http://www.kinderenwebhotel.be/WO_natuur/zoogdieren.htm

Een landdier (en ook sommige zeedieren) dus ook de mens, nemen door hun longen uit de lucht veel meer zuurstof op dan de vissen die alleen lucht opgelost in water door hun kieuwen kunnen opnemen en bijgevolg veel minder zuurstof in hun bloed, dus ook in hun hersenen krijgen.
De Standaard, 1996

Een groot aantal kwetsbare Rode Lijst soorten is afhankelijk van de aanwezigheid van water. Het gaat daarbij niet alleen om echte waterplanten of -dieren (vissen, amfibieën en andere), maar ook om landdieren (bijvoorbeeld de ijsvogel).
http://viwc.lin.vlaanderen.be/wbpinfo.html

Bij deze indelingen wordt uitgegaan van het feit dat spinnen landdieren zijn; nochtans geldt er één uitzondering: de waterspin, die in geheel Europa en Azië wordt aangetroffen in helder, schoon, niet-stromend water.
http://users.skynet.be/spinnen/index2.htm