Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kuifmees

betekenis & definitie

kleine mees met zwart-witte kuif.

vrij kleine mees met een opvallende, zwart-witte kuif en een zwart-witte tekening in het gezicht die zich vooral in naaldbossen ophoudt.

Voorbeelden:
De broedresultaten over 1993 waren: Koolmees: 221 legsels, uitgevlogen jongen 184; bonte vl.vanger: 19 legsels, uitgevlogen jongen 113; Pimpelmees: 8 legsels, uitgevlogen jongen 57; Van de boomkruiper, zwarte mees, kuifmees en matkopmees werd van elk 1 legsel waargenomen met goed resultaat.
Meppeler Courant, 1994

Kuifmezen zijn pure insecteneters die alleen in uiterste noodzaak overgaan op (vooral dennen-)zaden. Ze zijn zo afhankelijk van dierlijk voedsel, dat ze voorraden insectenpoppen opslaan, zoals de eekhoorn noten opslaat. Ze stelen ook prooien uit spinnenwebben, liefst die prooien die al "ingepakt zijn". Deze blijven lang goed, op voorwaarde dat de spin er nog niet aan begonnen is.
http://www.allevogels.nl/index/index.php?option=com_content&view=article&id=859&Itemid=940

Stadstuintje in gesloten bebouwing: kool- en pimpelmees, zwarte roodstaart, spreeuw, roodborst. Kleine en middelgrote tuin in halfopen en open bebouwing: idem als stadstuintje, aangevuld met bonte en grauwe vliegenvanger, ringmus, gekraagde roodstaart, witte kwikstaart en boomklever. Tuin in bos- of parkgebied: alle stadssoorten, plus zwarte mees, matkopmees, kuifmees, boomkruiper, holenduif en kauw.
http://www.antwerpennoord.be/home/natuur/fauna/vogels/nestkasten/index.html