Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

klimplant

betekenis & definitie

plant die omhoog klimt.

plant met buigzame stengels die zich aan muren, bomen, enz. hecht en zodoende omhoog klimt.

Voorbeelden:
Alle blauweregens groeien graag op een zonnig plaatsje. Ze stellen geen bijzondere eisen aan de grond, toch houden ze van een goede humusrijke tuingrond. De klimplant heeft zeker een steun nodig.
http://www.tuinclub.be/tuinartikels/wisteria%20enten.htm

Klimop versiert de stammen van de bomen. Deze klimplant hecht zich met tuchtwortels vast aan de schors van bomen.
http://www.aalst.be/wandeling8.htm, 2003

De Monstera of gatenplant, werd vroeger ook wel Philodendron pertusum genoemd. Deze klimplant bereikt een hoogte van zowat 2,5 meter, houdt van indirect licht en stelt zich tevreden met temperaturen boven tien graden Celsius en een lage luchtvochtigheid.
De Standaard, 1996

De druif is van nature een klimplant. Deze planten zoeken om te overleven het licht op en groeien via bomen de hoogte in.
http://www.wijnbouw.nl/

Klimplanten geven huis en tuin een aparte charme. Ze kleuren de gevel, verbergen lelijke stukken metselwerk, groeien romantisch over priëlen en pergola's. Ze springen telkens weer in het oog en vele soorten bloeien met geurige bloemen. Bovendien vergroten klimmers aanzienlijk de begroeide en bebloemde tuinoppervlakte.
De Standaard, 1996

Klimplanten hebben uiteraard steun nodig. Soms is de aanwezigheid van een niet al te gladde muur of wand al voldoende. Denk daarbij aan klimop en wilde wingerd, die helemaal zonder enig ander hulpmiddel zeer goed hun weg vinden. Andere zijn eveneens zelfhechtend maar vragen in het begin wat steun, terwijl bij sommige elk nieuw uitgegroeid takje op wat steun moet kunnen rekenen.
De Standaard, 1996

Klimplanten hebben alle één ding gemeen: ze willen omhoog, maar dat doen ze wel verschillende en het is dan ook nodig te weten hoe ze het best geleid worden. Enorme klimmers kunnen de sterkste konstrukties binnen de kortste keren de baas, terwijl andere heel wat bescheidener van aanpak zijn. Zo kan een stevige betonnen paal bij goudenregen wel uitkomst bieden terwijl een rozenboog hopeloos verwoest wordt.
De Standaard, 1996

De zuidgevel krijgt het meest zon. Voor sommige planten is dit erg warm en droog. De volgende klimplanten kunnen hiertegen: trompetbloem, wilde wingerd, blauwe regen, winterjasmijn en clematis.
http://www.oudwest.amsterdam.nl/index.html

De west- of oostgevel ligt in de halfschaduw; hier voelen veel planten zich thuis. Er is voldoende licht en het is niet te droog. Deze klimplanten gedijen er: wilde wingerd, bosrank, bonte klimop, kamperfoelie en clematis. Hoewel de noordgevel voor planten minder geschikt is, kunnen hier toch nog de volgende klimplanten gebruikt worden: gewone klimop, klimhortensia, het bosrank type en de hedera.
http://www.oudwest.amsterdam.nl/index.html