Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

hockeyploeg

betekenis & definitie

hockeyteam.

ploeg die hockey speelt.

Voorbeelden:
Een uiterst betrouwbare doelman Ronald Jansen en een erg schotvaardige Hans-Jan Bovelander hebben de Nederlandse hockeyploeg naar een 3-1-overwinning tegen Spanje en olympisch goud geloodst.
De Standaard, 1996

De Meppeler hockeyploegen die het afgelopen paasweekend hebben deelgenomen aan het KPMG-Oude Maas internationale hockeytoernooi in Zwijndrecht, zijn met knappe ereplaatsen thuisgekomen.
Meppeler Courant, 1994

Grote zege hockeyploeg na wissel bij strafcorner.
NRC, 1994

< >