Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

familiehulp

betekenis & definitie

Het begrip familiehulp heeft 4 verschillende betekenissen:

1) onderlinge hulp in een familie.
hulp die familieleden elkaar verlenen; onderlinge hulp in een familie.

2) zorghulp voor een familielid.
hulp die men verleent aan een ziek of bejaard familielid, vooral op het vlak van de huishoudelijk taken en de dagelijkse verzorging; zorghulp voor een familielid.

3) zorghulp voor een gezin.
hulp die men in het kader van sociale zorgverlening thuis aan een gezin in moeilijkheden biedt, vooral op het vlak van de huishoudelijk taken en de dagelijkse verzorging; zorghulp voor een gezin.

4) hulpverlener in een gezin.
iemand die voor zijn beroep in een ondersteunende of vervangende rol huishoudelijke en verzorgende taken verricht in een gezin in moeilijkheden, veelal in opdracht van een instelling voor sociale hulpverlening; hulpverlener in een gezin.