iemand uit Ethiopië.
iemand met de Ethiopische nationaliteit; iemand die afkomstig is uit Ethiopië; inwoner van Ethiopië.
In het meervoud ook in toepassing op het volk en, meestal in het meervoud, in toepassing op vertegenwoordigers van een nationale sportploeg of andere groep.
Voorbeelden:
In Rwanda worden de Ethiopische troepen door de Hutu's gezien als bondgenoot van de Tutsi's wegens de uiterlijke gelijkenis tussen de rijzige Ethiopiërs en de Tutsi's.
NRC, 1994
In de jaren zestig veroverden de Ethiopiërs met Abebe Bikila (1960 en 1964) en Mamo Wolde driemaal op rij goud op de marathon bij de mannen.
De Standaard, 1996
Ethiopië is voor het eerst sinds 1982 weer van de partij op een Afrika Cup-toernooi. De grondlegger van de Afrikaanse voetbalbond was er op de eerste zeven edities van het toernooi om de Afrika Cup altijd bij. Van 1957 tot en met 1970 eindigde het land, dat nog nooit op een WK present was, vijf keer bij de laatste vier. In 1962 legden de Ethiopiërs zelfs beslag op de titel. In 1976 en 1982 was Ethiopië er nog bij, maar daarna vernam niemand meer iets van de Zwarte Leeuwen.
http://www.vi.nl/nieuws/ethiopie-eindelijk-weer-terug-op-hoogste-podium-in-afrika.htm, 25 januari 2013
Haile Gebrselassie liep tijdens indoorwedstrijden in de Zweedse hoofdstad Stockholm zijn eigen wereldrecord op de 5000 meter van de tabellen. De Ethiopiër dook als eerste atleet in de geschiedenis onder de magische grens van 13 minuten op een overdekte baan.
De Standaard, 1997