Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Elfstedentochtwinnaar

betekenis & definitie

winnaar van de Elfstedentocht.

winnaar van de Elfstedentocht.
Meestal gevolgd door de naam van de betreffende winnaar en regelmatig ook voorafgegaan door een kenmerkend bijvoeglijk naamwoord.

Voorbeelden:
Tweevoudig Elfstedentochtwinnaar Evert van Benthem werd uitgeroepen tot de beste sportman van de afgelopen tien jaar en ter gelegenheid van de tiende editie van het gala was er een Geluksprijs.
Meppeler Courant, 1996

Elfstedentochtwinnaar Reinier Paping heeft woensdag zijn eigen postzegel ontvangen. De postzegel is uitgebracht omdat het dit jaar precies vijftig jaar geleden is dat Paping de Elfstedentocht van 1963 won.
http://historiek.net/nieuws/algemeen/7671-postzegel-voor-elfstedentochtwinnaar-reinier-paping, 2 januari 2013

Elfstedentochtwinnaar Angenent stopt met schaatsen.
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2698/Sport/article/detail/314641/2009/02/28/Elfstedentochtwinnaar-Angenent-stopt-met-schaatsen.dhtml?utm_source=scherm1&utm_medium=button&utm_campaign=Cookiecheck, 28 februari 2009

Elfstedentochtwinnaar Evert van Benthem presenteerde zijn Benthemmer kaas met daaraan verbonden een melkwedstrijd onder de kunstkoe.
Meppeler Courant, 1994

Bij het 35-jarig bestaan werd op 30 maart 1988 de muurversiering onthuld door Elfstedentochtwinnaar Evert van Benthem.
Meppeler Courant, 1993

< >