Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

eendagstoerist

betekenis & definitie

dagtoerist.

toerist die slechts voor een enkele dag afreist naar een toeristische plaats; toerist die voor een dag een plaats bezoekt; dagtoerist.

Voorbeelden:
Elk jaar dingen de kerstmarkten in het Duitse grensgebied om het bezoek en de gunsten van de Belgische eendagstoerist.
De Standaard, 1995

Als de stad al een pretpark moet zijn [...] dan moet ze dat in de eerste plaats voor zijn bewoners zijn, en niet voor de eendagstoerist of de handelaars, die meestal buiten het centrum wonen en het historisch kader van Brugge alleen maar als een exploitatieplek beschouwen.
Leo De Haes, Uitgeven in het digitale tijdperk; De oorlog om het electronische boek; Brugge 2002, 1999-2002

< >