de vorige week.
de vorige week; in bijwoordelijke zin: in, tijdens de vorige week.
Voorbeelden:
De euforie van de vergadering van 's vrijdags de week tevoren was ver zoek.
http://www.brakkehond.be, Karel Osstyn, Big food of Big Mac?, 1998
In de laatste wedstrijd van het kalenderjaar 2011 stonden bij FC Groningen exact dezelfde elf spelers binnen het veld als de week tevoren in Arnhem, waar de FC met 0-0 gelijk speelde.
http://www.fcgroningen.nl/home/teams/wedstrijden/gespeelde-wedstrijden/wedstrijd/2189/tab/nabeschouwing/, 2011