Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

cowboylaars

betekenis & definitie

laars van een cowboy.

leren laars, vaak versierd en met een spitse neus, die door cowboys, maar ook als modieus schoeisel wordt gedragen.

Voorbeelden:
Na vijf minuten boog een van mijn klasgenoten zich naar me toe om te vragen waarom ik van die rare schoenen droeg. Nu droeg ik cowboylaarzen, omdat eind jaren zeventig, begin tachtig in Dordrecht iederéén cowboylaarzen droeg. Onder de tafels tuurde ik naar de schoenen van mijn Gooise leeftijdgenoten. Nergens cowboylaarzen.
Ronald Giphart, Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, 2002

Er stopte nu een met modder bespatte pick-up en Helen zag twee mannen met hoeden op en cowboylaarzen aan, uitstappen en de bar ingaan.
Nicholas Evans, De wolvenlus, 2002

Zij droeg witte cowboylaarzen, een lange half doorschijnende roodbeige gebloemde wijde rok, een witte blouse die zich soepel over haar stevige borsten plooide, en een gebleekt spijkerjackje.
Theo Kars, Avonturen op Ibiza, 1980

In zijn kantoor toont Gordon trots de spullen die nu al gefabriceerd worden [...]: lederen jacks, polo-shirts, cowboylaarzen van krokodilleleer en allerlei elektronische apparatuur.
NRC, 1995

Voor de countrydansers gaat er niets boven een stevig paar cowboylaarzen, een 'bolotie' (stropdas die uit twee losse leren draadjes bestaat, bijeengehouden door een zilveren knoop), een roodbonte zakdoek, een hoed en een flink aangesnoerde spijkerbroek.
Haarlems Dagblad, 2 juli 2002

< >