huis buiten de stad.
huis buiten de stad, vooral als luxueus tweede verblijf dat meestal in de vrije tijd of in de zomer wordt bewoond.
Voorbeelden:
Veel families verlieten de stad en gingen gedurende de zomermaanden naar hun koele buitenhuis.
Tommy Wieringa, Alles over Tristan, 2002
Daags na de Republikeinse conventie hadden Chuck en Debbie tien vrienden te gast voor een driedaags weekeinde in hun riante buitenhuis aan Lake Almanor, een helder blauw meer in de Sierras van Noord-Californië.
De Standaard, 1996
In het enorm grote buitenhuis waar ze in de vakanties woonden, logeerden soms dertig tot veertig gasten, velen brachten hun eigen personeel mee.
Harriet Freezer, Wat doen we met moeder met de feestdagen, 1979
De hoofddoelstelling kan als volgt worden omschreven. Het behoud van de Limburgse kastelen, in brede zin opgevat. Het kasteel wordt omschreven als het verdedigbare woonhuis van een edelman of grondbezitter, of het statig buitenhuis dat er de opvolger van is.
http://www.monumentenhuis.nl/slk/
Thierry Juste, baron De Constant Rebecque de Villars, bouwde hier rond 1845 een pompeuze villa in Italiaanse stijl. Het buitenhuis stond op het hoogste punt van Belmonte. U kunt zich voorstellen hoe de adellijke familie genoten heeft van het schitterende uitzicht over het Betuwse landschap.
http://www.wageningen-ur.nl/botanische_tuinen/tuinen/tuin_belmonte_d.html, 2001
Havelte met haar prachtige omgeving heeft altijd al een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op families, die in Drenthe hun buitenhuizen bouwden.
Meppeler Courant, 1994
Kröller had architect Berlage de opdracht gegeven een buitenhuis te ontwerpen waarin de legende van St. Hubertus moest worden verbeeld.
De Standaard, 1996
Op het stuk grond [...], groot 9 ha, zullen 50 vrijstaande buitenhuizen worden gebouwd. De kavelgrootte varieert van 600 m tot 1600 m. De buitenhuizen zijn gesitueerd rondom een eigen 6-holes golfbaan.
Meppeler Courant, 1994