Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

broodjeszaak

betekenis & definitie

winkel voor belegde broodjes.

zaak waar belegde broodjes verkocht en meestal ook genuttigd kunnen worden; winkel waar men belegde broodjes kan kopen en meestal ook nuttigen.

Voorbeelden:
In de nieuwe regeling worden twee soorten horecabedrijven onderscheiden als het gaat om toestemming om af te mogen wijken van het in de APV vastgelegde verplichte sluitingstijdstip. Onder categorie I vallen zowel cafetaria's, broodjeszaken en dergelijke als discotheken.
Meppeler Courant, 1994

De was wordt naar de wasserette gebracht, lunch koop je bij een van de tientallen Deli's of broodjeszaken, die uitmunten in rosbiefsandwiches met geroosterde paprika en rucola, geserveerd met een Russische dressing van mierikswortel, op een broodsoort naar keuze.
de Volkskrant, 2000

Als ze dan in de stemming waren geraakt, aten ze eerst wat in een broodjeszaak en pikten daarna een bioscoopje.
Rudolf Geel, Verleidingen, 1985

< >