Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

brandweerman

betekenis & definitie

iemand die brand blust.

iemand die voor zijn beroep of als vrijwilliger branden blust, mensen en dieren bevrijdt en bij ongevallen helpt; iemand die bij de brandweer werkt.

Voorbeelden:
Tijdens de eerste bluswerken hoorde papierhandelaar Jean-Robert Proces een moeder met haar vier jonge kinderen vanuit een raam aan de achterkant van het gebouw om hulp schreeuwen. Brandweermannen plaatsten een ladder tegen de achtergevel en konden het gezin redden.
De Standaard, 1997

Brandweerlieden zoeken naar slachtoffers van de bomaanslag in Oklahoma.
NRC, 1995

Twee kinderen vluchtten langs de daken waar brandweerlui hen langs de luchtladder naar beneden hielpen.
De Standaard, 1997

Normaal hebben brandweerlieden voor zo'n brand twee brandweerwagens en enkele duizenden liters blusschuim nodig.
http://bop.vgc.be/tijdschriften/kits/961115/uitvin.html

Uit een recent onderzoek van de projectgroep Nazorg Brandweerpersoneel is gebleken dat vooral een ongeval waarbij kinderen betrokken zijn ook een ingrijpende gebeurtenis is voor een brandweerman. Wanneer de hulpverlener in staat is om tijdens het incident het kind bijvoorbeeld met het geven van een knuffel iets meer op het gemak te stellen is het voorval voor de brandweerman/vrouw ook minder schrijnend.
Meppeler Courant, 1994

Woedend kwam de grote baas bij mij en zei dat wij dat gedaan hadden, maar wij wisten natuurlijk van de prins geen kwaad. Zo zien we dat in iedere brandweerman wel iets van een pyromaan schuilt.
Meppeler Courant, 1994