Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

brancard

betekenis & definitie

draagbaar.

draagbaar voor zieken en gewonden.

Voorbeelden:
Infusen worden aangelegd, verband en houding van de patiënt gecontroleerd. Na een 'een, twee drie' - het in Godsnaam ontbreekt - gaan de genezerikken in looppas en met de brancard tussen zich ingeklemd naar de heli.
http://www.mindef.nl/faq/, 2000

De tekst werd begeleid door beelden van de vrachtwagen op de parkeerplaats [...] en de brancard waarop het lichaam van Taus werd afgevoerd.
Peter de Zwaan, De vrouwenoppasser, 2001

Moeizaam lijmde men vliegers, bouwde brancards met wat de natuur had te bieden, kookte, knutselde, vocht met vlechtwerk of at gestampt glas, terwijl het vaardigheidsinsigne na de afgelegde proef alsnog gewoon gekocht diende te worden.
Heere Heeresma, Heeresma helemaal, 1978

Kinderen kregen met Sinterklaas een operatiewagon van Märklin (bouwjaar 1915), met bijgeleverde hospikken, brancards en soldaatjes met bebloede bandages.
NRC, 1993

Tot de uitrusting van de moderne wadloopgidsen behoren o.a. bijgewerkte routekaarten, kompassen, portofoons, EHBO-middelen, reddingslichten, brancards, GSM en in ons geval ook GPS (Global Positioning System): een systeem waarmee je met behulp van satellietsignalen te allen tijde je exacte positie kunt bepalen.
http://www.wadlopen-suw.nl/Main/Main.htm