arbeider.
iemand die behoort tot het personeel dat handenarbeid verricht; arbeider.
Meestal in het meervoud blauwe boorden. Blauw verwijst hier naar de blauwe kleur van de overalls die vaak door arbeiders tijdens hun werk worden gedragen.
Voorbeelden:
Het vakantiegeld bedraagt in België (waar men nog onderscheid maakt tussen 'witte boorden' en 'blauwe boorden') voor arbeiders 14,8 procent van het brutoloon.
NRC, 1994
De plaats van de traditionele industrie wordt ingenomen door dienstverlenende bedrijven en financiële instellingen. "De blauwe boorden verdwijnen en er komen witte boorden voor terug."
NRC, 1995