Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

benijdenswaardig

betekenis & definitie

waard om benijd te worden.

waard om benijd te worden; te benijden; begerenswaardig; begeerlijk.
Gebruikelijker dan de synoniemen benijdenswaard en benijdingswaardig.

Voorbeelden:
Darren en Annie hebben een benijdenswaardige relatie die bestaat uit liefde, vertrouwen en communicatie. Ze genieten van elkaars gezelschap en lachen om elkaars grapjes.
http://www.h33t.com/details.php?id=76c114161abc275f749a94db313925ed3cfb6ec1, 1 februari 2011

CD&V en Open VLD willen NVA geen aftocht naar de oppositie gunnen. Die twee partijen zouden dan wel eens nog meer kunnen leegbloeden richting NVA. Maar als alle onderhandelingen mislukken, zal de druk hoedanook groot worden op CD&V en Open VLD. De tripartite of verkiezingen wordt de weinig benijdenswaardige keuze. Zeg maar de keuze tussen de pest en de cholera.
http://analyse.deredactie.be/2011/02/04/alleen-een-mirakel-kan-didier-redden/, 4 februari 2011

In de ogen van Nederlanders hebben wij een benijdenswaardig stabiel aantal mensen in arbeidsongeschiktheidsregelingen en ze zijn dan ook vaak komen vragen hoe dat komt, maar gezien de aanhoudende situatie in Nederland hebben we het nooit goed kunnen uitleggen of is het zo dat onze recepten niet aanslaan ten noorden van de Schelde?
http://www.vlafo.be/nederlands/vlaams-fonds/onderzoek/anders.pdf, 2003

Ik verkeer in het benijdenswaardige gezelschap van Katlin Moore, de meest begeerde dame van het halfrond.
http://www.brakkehond.be, Karel Osstyn, De achterkant van de aarde, 1999

Zijn manier van doen, zijn karakterloze gezicht dat gedeeltelijk schuilging achter een baard en een bril, het groene petje dat hij op had en hem een maat te klein was, wezen op een leven van kalme concentratie en geestelijk evenwicht dat me benijdenswaardig voorkwam.
Yves Petry, De laatste woorden van Leo Wekeman, 2003

Duidelijk is in ieder geval wel dat een buitensporig energieverbruik een volk belangrijker maakt, en als daarbij het bezit van meerdere nucleaire wapens komt is het volk nog benijdenswaardiger geworden.
http://members.lycos.nl/infiction/sub/columns/Voskuiltje/oorlogenvrede.html, 2003

De auteur is benijdenswaardig goed thuis in de geschiedenis van de Griekse godsdienst: dat blijkt uit de 33 wetenswaardige godsdienst-historische inleidingen op de individuele goden, die echter niet op de tekst van de hymnen betrokken zijn: zo zijn alle inleidingen nagenoeg even lang.
De Standaard, 1995

Sinds hij in 1962 voor het eerst met een integrale van Beethovens klaviersonaten in Londen op het podium kwam, geniet Alfred Brendel een benijdenswaardige faam als Beethovenvertolker.
De Standaard, 1995

Op dezelfde manier had literair criticus Albert Westerlinck, maar dan binnen één enkele zuil, namelijk de christelijke, een door vele hedendaagse intellectuelen benijdenswaardige impact op het denken over literatuur van de (katholieke) elite.
Leo De Haes, Cultuur is oorlog, 2000

Zijn stokvoering is zo benijdenswaardig soepel en natuurlijk, dat de thema's zich als het ware boven de materie verheffen om bevrijd door de zaal te zweven als een zwerm kleurrijke paradijsvogels waaraan van alles te bewonderen is.
NRC, 1993

Dat is hun flat, een benijdenswaardig appartement van comfortabele afmetingen, ingericht volgens de postmoderne regels die kaalslag aan gemak en luxe paren.
NRC, 1995

Negentig jaar later bezit Meulenhoff een benijdenswaardige fondslijst van buitenlandse auteurs.
De Standaard, 1996

Je verwacht dan, redelijkerwijs, dat ze met geduld en liefde hun studiehoofden in een keur van korven steken, vlammende liaisons aanknopen met bijenkoninginnen, solidariteit betonen met de werkbij, jarenlang een relatie van intieme aard onderhouden met de honingpot, waarna ze de resultaten van dit alles in een benijdenswaardig essay zullen samenvatten.
Gerrit Komrij, Averechts, 1980

Men prees zijn energie, men vond dat hij juist en benijdenswaardig handelde.
W.F. Hermans, Ik draag geen helm met vederbos, 1979

De kapper zou nochtans gaarne als moderator willen optreden, maar dit wordt hem alleen toegestaan in zijn salon. Daar ik een gewillig luisteraar ben, scheert hij mij met benijdenswaardige zachte verfijning, die hij rekken kan tot mijn opperste zalige ontspanning.
Karel Jonckheere, Verbannen in het vaderland, 1978

Chopins geboortehuis ligt verscholen in een park, aangelegd tussen de twee wereldoorlogen. Maar benijdenswaardige kastanjebomen, niet te omvademen, hebben misschien de kleine Frederik nog zien spelen. Hun laatste gele bladeren zweven neer uit de grootse kroon.
Karel Jonckheere, Miniaturen, 1979

Op een divan herinner ik mij verder nog een jonge vrouw in witte, koele sportkleding met ergens een rode strik, die vol benijdenswaardige overgave in de kussens lag gedrukt.
Willem Brakman, De biograaf, 1975