Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

baanvastheid

betekenis & definitie

wegligging.

manier waarop een voertuig op de weg ligt en zich tijdens het rijden gedraagt; gedrag van een voertuig op de weg; wegligging.

Voorbeelden:
Ook de ophanging lijkt ons voor deze motor iets te zacht, wat resulteert tot een wat zwevend stuurgevoel bij hoge snelheid, zonder evenwel de baanvastheid in het gedrang te brengen.
De Standaard, 1996

Tijdens een snelle rit langs Duitse Autobahnen en moeilijk bochtenwerk op sneeuwnatte bergwegen in de Beierse Alpen apprecieerden we naast de baanvastheid en het rijcomfort vooral de automatische stabiliteits- en tractiecontrole (ASC+T) die, net als een krachtig ABS-systeem, deel uitmaakt van de standaarduitrusting.
De Standaard, 1997