Anton Coenen

Hoogleraar biologische psychologie

Gepubliceerd op 03-01-2017

Halfslaap

betekenis & definitie

‘Halfslaap’ is een toestand waarin een persoon niet meer wakker is, maar ook nog niet echt slaapt. Deze toestand komt vooral voor bij rustig inslapen. Tijdens de halfslaap treden hallucinaties en visioenen op, die gepaard kunnen gaan met spierschokken.

Halfslaap is een overgangsstadium tussen wakker zijn en slaap, dat gekenmerkt wordt door ‘hypnagoge hallucinaties’. Dit zijn beelden en visioenen – hypnagoog betekent gerelateerd aan slaap – vaak met typische voorstellingen en taferelen. Het is een schemertoestand tussen realiteit en fantasie! Veel onderzoekers claimen dat zij grote ontdekkingen te danken hebben aan scènes uit deze sluimerslaap. De chemicus Kekulé ontdekt de ringstructuur van benzeen door beelden van een slang die in zijn eigen staart bijt. De musicus Tartini componeert ‘The Devil’s Thrill’ door het horen van een betoverend akkoord. We kunnen zweven en vliegen in de halfslaap, en kunnen typische sensaties hebben zoals het niet weg kunnen komen uit een angstige situatie. Voorts kunnen we door een heftige spierschok – een ‘hypnagoge myoclonie’ – wakker schrikken, met het angstige gevoel om in de diepte te vallen. Bij inslapen verslappen de spieren – denk aan het potlood wat uit je handen valt bij het inzetten van slaap – terwijl het halfslapende brein het plotseling verslappen van de beenspieren vertaalt in een valsensatie en het vermeende vallen tegengaat door een reflexachtige spiersamentrekking. De – soms hevige – spierschokken kunnen ook gepaard gaan met andere gewaarwordingen, die eveneens in de droomfantasie passen. De functie van deze wakker makende spierspasmen, vormt wellicht een controle op het feit of het inslapen wel op de juiste plaats heeft plaatsgevonden. Ook bij rustig wakker worden, komt halfslaap voor en ook soms tijdens de nachtelijke slaap. Hallucinaties en myoclonieën vormen de wezenskenmerken van de halfslaap.