(Fr.), de houten bekleding van de stenen of gepleisterde wanden van een vertrek. De term wordt in Frankrijk soms gebruikt voor al het nagelvaste houtwerk in een vertrek, dus met inbegrip van plafond en vloerbedekking (parquet).
In de 18de eeuw begon men in Frankrijk vertrekken over de hele wandhoogte te betimmeren (lambris de hauteur): daarvóór was men zelden verder gegaan dan een gewone lambrizering tpt een gedeelte van de wandhoogte. Deze complete betimmeringen werden veelal geverfd. Naast de lambris de hauteur komen er ook voor met gesloten houtwerk tot ca. stoelrughoogte (lambris d'appui) en daarboven vakwerk waarbinnen panneaux van zijde of lakwerk zijn opgenomen. De term boiserie wordt tegenwoordig meest gereserveerd voor de lambris de hauteur. waarbij gewoonlijk deuren vensterkozijnen, soms ook wandkasten en banken worden meegerekend.