De Brezjnevdoctrine was een politieke doctrine van de Sovjet-Unie, geformuleerd in 1968 door de toenmalige leider Leonid Brezjnev. Deze doctrine stelde dat de Sovjet-Unie het recht had om in te grijpen in andere socialistische landen als de heerschappij van de communistische partij of het socialistische systeem in gevaar kwam.
Dit beleid rechtvaardigde de interventie van de Sovjet-Unie in landen zoals Tsjecho-Slowakije tijdens de Praagse Lente van 1968, om te voorkomen dat hervormingen zouden leiden tot het ondermijnen van het communistische bewind.
Kortom, de Brezjnevdoctrine legitimeerde het gebruik van militair en politiek ingrijpen om de stabiliteit en eenheid van het communistische blok te waarborgen.