heet de lange rug of richel van afgesneden gras, die bij het maaien ontstaat. Men vindt dus op gemaaid land afwisselend een zwade gras en een baan blote stoppels.
Bij het maaien met de zeis wordt het gras sterker in elkaar geschoven dan bij maaien met de machine, zodat de oppervlakte blote stoppels dan groter is.