Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Zuiveren

betekenis & definitie

1. (landb.) Het verwijderen van afwijkende (w.o. ook zieke) planten uit een cultuurgewas, dat voor zaadteelt of pootgoedteelt is bestemd. De zaaizaadtelers spreken meestal van opzuiveren (vgl. negatieve massaselectie).

2. (bosb.) Het exploiteren van dode en omgevallen bomen in natuurbossen in de tropen, die voorlopig nog niet voor leegkap in aanmerking komen. De periodieke kap van dgl. zuiveringshout is gewenst, omdat het anders te zeer in kwaliteit achteruitgaat en gevaar loopt door brand te worden vernield (o.a. in de djatibossen van Indon.). FHt zuiveringshout wordt in tegenstelling met het dunningshout gewoonlijk tot de eindopbrengst gerekend.

< >