Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Zoutgrens

betekenis & definitie

Het woord legt een relatie tussen een zekere hoeveelheid zout in het substraat en de groei van planten. Het criterium voor de groei is arbitrair en kan gelegd worden bij verschillende graden van groeiremming.

In Ned. neemt men als z. aan de hoeveelheid zout in de grond (vaak uitgedrukt in grammen keukenzout per liter bodem vocht) , waarbij een gewas nog juist 75 % van een normale opbrengst bereikt. De z. is i.v.m. de voor verschillende gewassen uiteenlopende gevoeligheid voor zout een karakteristiek, die bij ieder gewas een andere waarde heeft. Ook ligt de z. bij droog weer lager dan bij vochtig weer. I.h.a. zijn de eiwitrijke gewassen, welke onder normale omstandigheden veel calcium en weinig kalium opnemen, zoals erwten en bonen (met een z. van 0,4 0,6 g NaCl per liter bodemvocht) gevoeliger voor zout dan de eiwitarme gewassen, welke normaal weinig calcium en veel kalium opnemen. Zomergerst met een z. van 10 is het meest resistent, en daarna suikerbieten, met een z. van 7 g NaCl/l.

< >