W. zijn korte beenderen, bestaande uit een lichaam met daarop een boog met uitsteeksels.
Op het midden van de boog (dorsaal) staat het doornuitsteeksel. Daarnaast staat aan weerszijden een dwarsuitsteeksel. De achter elkaar gelegen wervellichamen zijn verbonden door kraakbeenschijven en vormen samen de wervelkolom (z. Geraamte).