Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Werkloosheidswet

betekenis & definitie

(Ned.) Deze op 1 Juli 1952 in werking getreden wet heeft tot doel de werknemers te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van onvrijwillige werkloosheid.

Alle werknemers, die een loon verdienen dat lager is dan f 6900,- per jaar (1957), zijn van rechtswege verzekerd, met uitzondering van ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet en huispersoneel. De wet wordt uitgevoerd door z.g. Bedrijfsverenigingen, waarvan de besturen voor de helft uit werkgevers en voor de helft uit werknemers bestaan. Iedere werkgever is van rechtswege aangesloten bij een bedrijfsvereniging.

Indien een werknemer in een periode van 12 maanden, aan het intreden van zijn onvrijwillige werkloosheid voorafgaande, op ten minste 156 dagen als werknemer in de zin der wet heeft gewerkt, heeft hij recht op een wachtgeld gedurende 48 dagen, dat voor gehuwde mannen en kostwinners 80% van het dagloon bedraagt. Duurt de werkloosheid daarna voort, dan heeft de werknemer nog recht op eenzelfde uitkering uit het Algemeen Werkloosheidsfonds gedurende 78 dagen.

De premie voor de wachtgeldverzekering wordt door de werkgever betaald, doch de helft daarvan moet hij inhouden op het loon van de arbeiders. de premies, die benodigd zijn voor de werkloosheidsverzekering komen voor de helft ten laste van het Rijk, voor 25% ten laste van de werkgever en voor 25 % ten laste van de werknemer. Alle uitkeringen worden verstrekt door de bedrijfsvereniging.

< >