is een term ter aanduiding van een kleiner of groter complex van vruchten, ontstaan uit dicht opeenstaande bloemen, die in een geheel bijeenblijven (biet) en als zodanig worden verspreid. Vooral bij woestijnplanten veelvuldig voorkomend; de kluwens houden veel meer water vast dan een enkele vrucht tijdens de sporadisch optredende regenbuien, waardoor de kans op kieming van een of enkele zaden vergroot wordt.
Soms wordt de term ook gebruikt in de fruitteelt.