noemt men die veranderingen, die gesteenten of mineralen ondergaan onder invloed van het weer, d.w.z. van die klimatologische invloeden, die erop inwerken, zoals temperatuurverschillen, wind, regenval, verdamping, zonneschijn. Het resultaat is in de regel een of andere bodemsoort.
Is een bepaalde verweringswijze tot een einde, een soort evenwicht, soms rijpheid genoemd, gekomen, dan kan door verandering der klimatologische invloeden een geheel andere verweringswijze beginnen.