Wat is de betekenis van Voorzitter?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

voorzitter

Het begrip voorzitter heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die vergaderingen voorzit. iemand die voor zijn beroep of ook wel uit liefhebberij aan het hoofd staat van een bestuur, commissie, jury, e.d.; iemand die een vergadering voorzit. 2) voorzittend land. vertegenwoordiging van een land dat aan het hoofd staat van een int...

2024-04-28
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Voorzitter

Een voorzitter is iemand die aan het hoofd staat van een vereniging of (politieke) partij. Hij of zij leidt de vergaderingen die met de leden van de vereniging of de partij worden gehouden. Een voorzitter heeft dus een leidende functie. De voorzitter staat samen met de penningmeester en de secretaris aan het hoofd van het dagelijks bestuur. De voo...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voorzitter

voorzitter - Zelfstandignaamwoord 1. hoofd van een bestuur, leider van een vergadering w:Mao Zedong|Mao Zedong was voorzitter van de communistische partij en daarmee de leider van heel China. Woordherkomst Naamwoord van handeling van voorzitten met het achtervoegsel -er Synonie...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voorzitter

voorzitter - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-zit-ter 1. wie de vergadering leidt ♢ de voorzitter opende de vergadering Zelfstandig naamwoord: voor-zit-ter de voorzitter de voorzitt...

2024-04-28
Begrippenlijst Staatsinrichting

Rijksoverheid (1992)

Voorzitter

Een voorzitter is een leider van een vergadering.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voorzitter

s., foarsitter.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voorzitter

m. (-s, -en), leider van een vergadering, president. VOORZITSTER, v. (-s).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voorzitter

m. -s; zie president: mijnheer de voorzitter.