Synoniemen zoeken
Synoniem van politicus
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
politicus
politicus - iemand die daadwerkelijk deelneemt aan de partijpolitiek. In een volksvertegenwoordiging zitten parlementariërs, parlementsleden, volksvertegenwoordigers of afgevaardigden. Kamerlid heet een parlementariër die tot het Nederlandse parlement behoort. Kamerlid is ook, meer in het bijzonder, de aanduiding voor een lid van de Tweede Kamer, en is dan synoniem met Tweede-Kamerlid. Het Eerste-Kamerlid of de senator is lid van de Eerste Kamer. Een lijsttrekker of lijstaanvoerder staat bovenaan op de kandidatenlijst; een lijstduwer (term in België) staat helemaal onderaan. Een regering heeft een regeringsleider aan het hoofd. (Zie: voorzitter.) In een eenheidsstaat of een deelstaat (met uitzondering van de Verenigde Staten) heet hij premier, eerste minister of, formeel, minister-president; vóór 1949 had Duitsland een rijkskanselier. De regeringsleider van Duitsland en die van Oostenrijk heten een bondskanselier. Een staatsman is een ervaren politicus, die met regeringsmacht is bekleed. Ministers (zie aldaar) maken deel uit van het kabinet en staan als zodanig in rang onder het staatshoofd. Een politicaster is een politicus die blunders maakt.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
politicus
politicus - zelfstandig naamwoord
uitspraak: po-li-ti-cus
1. iemand die het land helpt besturen
♢ bij de verkiezingen is deze politicus niet gekozen
Zelfstandig naamwoord: po-li-ti-cus
de politicus
de politici