Relativeren betekent afzwakken. Andere synoniemen van het woord zijn afvlakken en nuchterder bekijken.
"Robin kon de winst al snel relativeren, er waren namelijk maar zes deelnemers." Hier betekent relativeren afzwakken, omdat Robin de bijzonderheid van zijn prestatie afzwakt doordat er weinig deelnemers waren. Wanneer iemand iets relativeert, is diegene realistisch en nuchter. Het kan soms een negatief, soms een positief effect hebben. Als iemand bijvoorbeeld erg blij is en deze gevoelens worden gerelativeerd door een ander, dan kan dit als negatief worden ervaring. Wanneer iemand erg boos of verdrietig is, kan het echter positief zijn als er gerelativeerd wordt: "Jouw portemonnee mag dan wel gestolen zijn, maar binnen twee weken heb je alle belangrijke passen weer en het bankpasje is sowieso al geblokkeerd." Dit is een voorbeeld van het relativeren van een negatieve gebeurtenis. Het synoniem afvlakken komt tot uitdrukking in de volgende zin: "Het euforisch gevoel werd wat afgevlakt toen Merel vertelde dat er nog tien anderen naar de selectie gingen."
