WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 15-03-2024

Sjoemelscooter

betekenis & definitie

Allitererende samenstellingen met sjoemel- zijn populair. Dat belooft veel goeds voor sjoemelscooter als heusere naam voor fatbike.

Ha, er is een nieuw woord bedacht voor de fatbike. U weet wel, die lage fietsen met dikke banden die veel te hard over de fietspaden scheuren. Ze zijn vaak opgevoerd en gaan soms wel zestig kilometer per uur, nog harder dus dan een brommer of scooter.

Het nieuwe woord – sjoemelscooter – is bedacht door Esther van Garderen, algemeen directeur van de Fietsersbond. Zij lanceerde het al eind 2023, maar het kwam nu nadrukkelijker in het nieuws. Aanleiding: uit vrees voor een helmplicht maken vier fabrikanten van fatbikes gezamenlijk een vuist tegen het illegaal opvoeren van die e-bikes. Dat blijkt geen onnodige ingreep: alleen al in Amsterdam is veertig procent van de fatbikes opgevoerd. Zij worden vaak bestuurd door jonge kinderen.

Bedriegbrommer
Een en ander kreeg breed media-aandacht, gisteravond onder meer bij De Avondshow van Arjen Lubach. Hij liet een beeldfragment zien waarin Esther van Garderen zegt: ‘Wij noemen dat ook geen fatbike, wij noemen het de sjoemelscooter. Want het is gewoon helemaal geen fiets.’ Waarop Lubach enkele andere synoniemen lanceerde: bedriegbrommer, misleidmotor en fraude-Vespa.

Het is natuurlijk geen toeval dat het hierbij telkens om alliteraties gaat. Ervaring leert dat dergelijke woorden snel beklijven. Vanwege de herhaling van de medeklinkers vinden we ze extra leuk.

Besjoemelen
Zelf vind ik sjoemelscooter de beste vondst. Niet alleen vanwege de assonantie (de oe van sjoemel en de oo van scooter klinken hetzelfde), maar ook vanwege het eerste woorddeel. Sjoemelen is aangezien voor een Jiddisch woord, maar het komt in die taal niet voor. Taalkundigen gaan er vanuit dat wij het uit het Duits hebben geleend. De Duitsers kennen schummeln, dat zij gebruiken in de betekenissen ‘bedrog plegen, knoeien, smokkelen’, al sinds de achttiende eeuw.

Volgens de Dikke Van Dale kennen wij sjoemelen pas sinds 1975. In feite is het een stuk ouder. Een krant gebruikte het al in 1911 in de zin ‘dat ik toch eigenlijk wel sjoemelde’ (het gaat hier om een bekentenis van een filmcriticus). Zelf denk ik overigens dat sjoemelen een vormvariant is van besjoemelen. Dat Duitse leenwoord gebruiken we al, in dezelfde betekenis, sinds het laatste kwart van de negentiende eeuw.

Sjoemelsuccessen
Hoe het ook zij, het woorddeel sjoemel maakt de laatste jaren opgang. Om die reden zal het ook terecht zijn gekomen in sjoemelscooter. Andere voorbeelden zijn sjoemelsoftware, sjoemelsigaret en sjoemelstal. Die neologismen zijn respectievelijk in 2016, 2017 en 2022 toegevoegd aan de Dikke Van Dale. Het gaat hierbij telkens om alliteraties, om woorden waarbij de s-klank wordt herhaald.

Vandaar dit ongevraagde advies: wil je een succesvol nieuw woord lanceren, verzin een allitererende én assonerende samenstelling. Bijvoorbeeld met sjoemel. Kan niet zo heel moeilijk zijn, want er wordt overal gesjoemeld.