WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 05-03-2024

Constructieve gesprekken

betekenis & definitie

Voert u weleens constructieve gesprekken? En zo ja, leiden die dan ook nergens toe?

Het zal duidelijk zijn: deze vragen komen niet uit de lucht vallen. In Den Haag is Kim Putters, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, momenteel bezig met een nieuwe ronde verkennende gesprekken met politici die misschien wel maar misschien niet met elkaar willen samenwerken.

Die gesprekken verlopen goed. ‘Informateur Putters spreekt van “constructieve gesprekken” met fractievoorzitters’, kopte NRC vorige week. De website NU.nl formuleerde het zo: ‘Informateur Kim Putters heeft maandag en dinsdag naar eigen zeggen “verhelderende en constructieve” gesprekken gevoerd met bijna alle fractieleiders’.

Niet alleen constructief, maar ook verhelderend – dat klinkt behoorlijk hoopgevend. Bijna net zo hoopgevend als de berichten over de gesprekken met de vorige verkenner, Ronald Plasterk. Oordeel zelf. Nieuwskop van 1 december: ‘Plasterk over verkenning: “Buitengewoon goede sfeer en constructief”’; nieuwskop van 5 december: ‘Verkenner Plasterk: hele constructieve gesprekken gehad’; nieuwskop van 7 december: ‘PVV en NSC wachten verslag af na constructieve gesprekken’.

Conflictbemiddelaars
Zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Wat we hier zien zijn de resultaten van een vermoeiende dans tussen de parlementaire pers, de verkenner en de betrokken fractieleiders. Telkens zien we dezelfde beelden. Decor: een draaideur. Alle betrokkenen krijgen dezelfde vraag voorgelegd, namelijk: en, hoe verlopen de onderhandelingen? Er zijn wat kleine variaties, maar vrijwel iedereen antwoordt: het zijn constructieve gesprekken. De nieuwswaarde daarvan lijkt mij nihil, maar de media zien dat anders: vrijwel dagelijks krijgen we te horen dat er constructieve gesprekken worden gevoerd. Niet zó constructief dat ze meteen ergens toe leiden, maar desalniettemin: constructief.

Uit het Amerikaans?
Bij mijn weten is de woordcombinatie constructief gesprek ook ontstaan in het politieke domein. Ik vond deze formulering voor het eerst in een krantenbericht uit 1947. Daarin stelt generaal Spoor, indertijd legercommandant in Nederlands-Indië, ‘dat een nieuwe regering in Djokja de enige oplossing is, aangezien er met de huidige regeerders […] geen constructief gesprek te voeren valt’.

Het zou mij niet verbazen als constructief gesprek een vertaling is van het Engelse constructive conversation of constructive dialogue. In 1952 maakte pater L. Lion een studiereis van negen maanden door de Verenigde Staten. Hij was vooral onder de indruk van het ‘Social Casework’ aldaar. De lezing die Lion hierover gaf voor de zogenoemde Sociale Coördinatie Commissie staat vol Amerikaans jargon. Zo prijst hij het generic casework van de social caseworkers. Vervolgens stelt hij: ‘Daarnaast is gekomen het intreden in het persoonlijk leven van de hulpbehoevende mens; hem helpen door een constructief gesprek of gesprekken.’

Een constructief en vertrouwvol gesprek
Vanaf het begin van de jaren vijftig krijg het constructieve gesprek vleugels. Aanvankelijk zien we deze formulering vooral terug in berichten over de buitenlandse politiek. Zo zijn er tientallen voorbeelden te vinden van weinig constructieve gesprekken met Moskou - we zijn hier beland aan het begin van de vorige Koude Oorlog. Een voorbeeld uit 1953: ‘Dit is voor een groot deel het gevolg van Ruslands weigerachtigheid ten aanzien van een constructief gesprek.’

Maar al snel volgde de binnenlandse politiek. Een voorbeeld uit 1956: ‘Het is verheugend te kunnen constateren, dat tussen protestanten en katholieken een constructief en vertrouwvol gesprek mogelijk is, dat de samenwerking en ontmoeting op politiek vergemakkelijkt.’

Ook bij kabinetsformaties doen constructieve gesprekken al snel hun intrede. ‘Formateur Drees heeft zijn pogingen gestaakt’, kopte een krant in 1956 over een mislukte formatiepoging van de bekende politicus Willem Drees. In dit geval lag het mislukken van de besprekingen volgens sommige kranten vooral aan Drees zelf. ‘Formateur was weinig constructief’, oordeelde een krant. Drees was wel constructief geweest, maar toch niet constructief genoeg.

Dat zien we momenteel terug bij verschillende partijen die voor de draaideur graag mogen vertellen dat ze zo constructief bezig zijn.