Wetenschapper van de week

Intrigerende wetenschappelijke feiten

Gepubliceerd op 05-02-2024

Wespen met een bontjas

betekenis & definitie

Aglaia Bouma

Wespen zijn gemeen en hommels zijn lief; dat is in het kort hoe de meeste mensen over deze twee groepen insecten denken. Met wespen bedoelt men dan de zwart-gele dieren die ’s zomers graag willen meedelen in onze lekkernijen en niet bang zijn hun angel te gebruiken als hun kolonie of zijzelf bedreigd worden. De meeste angeldragende wespen echter, leven niet in kolonies, maar zijn solitair. Elke vrouw jaagt op prooien waarop haar eigen larven zich ontwikkelen. Zo zijn er keverdoders (Tiphiidae) en spinnendoders (Pompilidae) die zich storten op respectievelijk keverlarven en spinnen als babyvoedsel. De meeste soorten binnen deze families zijn niet zwart-geel. Dat geldt ook voor veel graafwespen (Crabronidae). Ook dit zijn insecten die jagen op andere beestjes om die als hapklare brokken eiwit naar hun nestje te brengen. Die prooien kunnen, afhankelijk van de soort, van alles zijn: wantsen, bladluizen, honingbijen, kakkerlakken, sprinkhanen, snuittorren…

Zo tussen 80 en 70 miljoen jaar geleden heeft zich vanuit de graafwespen een groep ontwikkeld die stuifmeel naar de nestjes ging brengen in plaats van vlees. Ze stapten dus over op een vegetarisch dieet voor hun larven. Deze angeldragende groep noemen we bijen. Veruit de meeste bijensoorten zijn, net als andere wespen, solitair. Maar er is een groep bijen die zogeheten eusocialiteit ontwikkelde, met een kastensysteem waarbinnen steriele werksters de larven van een koningin grootbrengen. Binnen die groep bevinden zich de bekende honingbijen, Apis, maar ook die lieve bijen met een extra dikke vacht, behorend tot het geslacht Bombus: hommels in het Nederlands.

Hommels zijn dus eigenlijk sociale, vegetarische wespen met een bontjas.