Begripppenlijst Tweede Kamer

Winish Ganesh (2012)

Gepubliceerd op 11-04-2015

Bewijs

betekenis & definitie

In het recht - en in het bijzonder het strafrecht - heeft het bewijs als functie om er voor te zorgen dat de rechter zijn beslissing wettig en overtuigend kan nemen.

In het strafrecht staan de regels omtrent bewijs opgenomen in het Wetboek van Strafvordering. Artikel 338 van het Wetboek van Strafvordering stelt bijvoorbeeld: "Het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, kan door den rechter slechts worden aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek op de terechtzitting door den inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen." In dit artikel staan drie essentiële punten voor wat betreft het bewijs waar de rechter rekening mee dient te houden. Ten eerste is het onderzoek ter terechtzitting van belang; dit is de zitting waar de rechter vragen kan stellen en aan de hand van zijn eigen waarnemingen kan beoordelen of een verdachte een bepaald strafbaar feit heeft gepleegd. Ten tweede gelden de zogenaamde 'wettige bewijsmiddelen' die staan genoemd in artikel 339 van het Wetboek van Strafvordering. De wettige bewijsmiddelen zijn: de eigen waarneming van de rechter, verklaringen van een verdachte of van een getuige, verklaringen van een deskundige of schriftelijke bescheiden. Mocht de rechter van mening zijn voldoende bewijs tegen de verdachte te hebben, dan komt hij tot het laatste element: de overtuiging. Heeft de rechter de overtuiging dat de verdachte strafbaar is, dan kan hij hem veroordelen.